In mijn eerste dagboek vind ik een stapeltje opgevouwen, vergeelde kladblok-papiertjes.
Mijn spreekbeurt over Dropje, in de eerste klas van de MAVO.
Als ik het nu eens doorlees, krijg ik tóch weer even plaatsvervangende kriebels in mijn buik.
Hoé spannend was dat. Vóór de klas iets vertellen. Over een onderwerp naar keuze.
Terwijl iedereen naar je keek. En terwijl je wist dat je er voor beoordeeld zou worden...
Hoé kon mijn spreekbeurt ook anders dan over onze poes gaan!
Waar het nu misschien bij kinderen over 'global heating' of over 'gescheiden ouders' gaat, ging het voor mij toen over onze poes. Heel natuurlijk.
De spreekbeurt staat eerst in steekwoorden beschreven. Gevolgd door een inleiding. Daarna de rest van de spreekbeurt.
Daar heb ik vast hulp van mijn vader bij gehad!
"Vakantiehuisje: vegen, stoel (2 fotoos)
Flat, Gouda, sloot, balkon.
Pootje: dokter, lopen, visite.(Foto)
Taaltje: loop der jaren.
Inleiding:
Ik wou mijn spreekbeurt houden over onze poes Dropje.
We hebben hem vanaf 1971. We hebben hem toen gekocht in Zeeland.
Hij is geboren in een gezin van 5 poezenkinderen.
Toen we Dropje een poosje hadden, gingen we op vakantie in een vakantiehuisje.
Zotte Drop mocht eigenlijk niet eens mee, maar we hebben hem mee naar binnen gesmokkeld.
's Morgens veegde mijn moeder de vloer van het huisje aan met een bezempje. Dropje zat dan te loeren en opeens sprong hij er dan naar toe...en maar slaan met dat pootje. Met glinsterende oogjes.
Dat kun je ook op de foto zien.
--> Als jullie een beetje voorzichtig met de foto's willen zijn, want we willen ze nog bewaren.
In Gouda woonden we in een flat op de 2e etage. Aan de achterkant hadden we een balkon en dat keek uit op een sloot.
Dropje verstopte zich dan tussen de bomen bij die sloot. Als hij dan een eend zag, sprong hij naar voren. Maar één keer net iets te ver, dus was hij nat en zat hij helemaal onder het groene kroos. in de douche moest mijn moeder hem toen schoonpoetsen. Daar was hij niet zo blij mee!
Een paar maanden voordat we naar Oud-Beijerland verhuisden kreeg Dropje een ongeluk.
's Avonds was hij naar buiten gegaan en 's nacht was hij buiten gebleven. Toen is hij waarschijnlijk door iemand op een brommer of in een auto aangereden.
's Morgens was hij drie trappen opgeklommen met drie poten, omdat zijn vierde pootje helemaal onder het bloed zat. En waarschijnlijk gebroken was.
We zijn toen natuurlijk gelijk naar de dierendokter gegaan en die zei: 'Het zal wel weer overgaan.' Maar het ging níét over: het pootje bleef kwakkelig. Na twee weken was het nog steeds hetzelfde en toen zei de dokter: 'Ik wil dat pootje er wel vanaf halen, want anders blijft het beestje ermee lopen.' Nu is het pootje eraf.
Sommigen van jullie zullen zeggen: 'Dan loopt ie toch wel moeilijk?' Maar als hij rent, rent hij haast nog harder dan hij vroeger kon met al zijn pootjes eraan.
Als sommigen hem zien dan zeggen ze: 'Och wat zielig. Heeft hij nou geen pijn?'
Maar dat had hij na een paar weken al niet meer. Maar als hij zulke visite heeft, dan gaat hij ineens heel zielig en moeilijk lopen om hun aandacht te trekken!
Tegen ons Dropje hebben we een eigen taaltje. Dat is in de loop der jaren ontstaan en ik zal iets zeggen in dat taaltje:
"Bin jie soh sieliig éé? Gottegotte mènsie! Jah, kniep je noowgjes mèh dicht oh, jah..."
Nou, dit was mijn spreekbeurt over onze poes Dropje."
Ik gaf deze spreekbeurt op 20 september 1978, vertelt het dagboek mij.
Én.....ik kreeg daar een 6,5 voor.
................
Ik begrijp dat!
Dropje was een belangrijke verbindingsofficier in ons gezin.We vertelden allevier onze verhalen tegen Dropje, terwijl we hem aaiden. Dat kon als hij op schoot sliep of op de bank, of als hij rond onze benen draaide.We vertelden de dingen van onze dag. En later ook wel dingen die we lastig vonden.
We vertelden het aan Dropje. Gefocused op hem. In ons eigen Dropje-taaltje.
(Heerlijk hilarisch dat ik dat heb uitgeschreven in mijn spreekbeurt-voorbereiding.
Én dat ik dat heb staan voordoen voor in de klas! Stoer ook.)
En de rest van het gezin hoorde daardoor natuurlijk ook altijd wat we hardop aan Dropje vertelden.
Dat was soms gemakkelijker dan het aan tafel te vertellen of op de bank. Te rechtstreeks misschien.
Bij Dropje was het veilig.
Dropje verbond onze levens met elkaar. Snorrend. Met drie poten. Ruim 16 jaar lang.
En gelukkig zijn de fotoos goed bewaard en geconserveerd gebleven! :)