"Zondag 29-4-1984.
Je hebt zóveel ervaring, jij.
Levenservaring. Mensenkennis, taalbeheersing.
Waar blijf ìk dan? Met mijn 18 beschermde jeugdjaartjes?
Waarvan ik er pas 3 jaar bewust bezig ben met relaties, werk, toekomst, eigen wil & manier van leven.
Jij doet dat al 11 jaar langer!
Man, we schelen zoveel!
Maar ik ben echt heel erg verliefd op jou. En wil verder met jou. En jij wilt verder met mij.
Hoever kunnen we daarmee gaan?"
Verliefd op een hartstikke leuke man van ruim tien jaar ouder. Collega op een stage-adres.
En er viel niets tegen te houden; hóteldebotel verliefd allebei.
Ik vertelde het na de eerste berichten niet meer tegen mijn ouders, want die vonden het een minder goed plan dan dat wij het vonden.
Ik vertelde het ook niet meer aan vriendinnen. Want die vonden er óók wat van; 'met zo'n oude man'.
En het was goed om het in mijn eigen bubbel te doen.
Groeien in een geheim vormgegeven liefde. Wat op die leeftijd een niet zo gekke actie is. Het bracht mij veel.
We genoten, beschermd, samen in zijn huisje in Rotterdam, zonder iets vastigs te hebben met elkaar.
Muziek draaien, lekker eten maken, vrijen, mooie gesprekken hebben, genietend van de vlinders in ons buik.
Ik deed pogingen in mijn dagboek te omschrijven wat het met me deed.
"Ik zie je voor me zitten op je rotanstoel
en omarm je.
Je kust me
en ik voel hoe je hart
tegen mijn borst duwt en jaagt.
Je kijkt me aan
en ik voel elke snaar in mijn lichaam
gespannen staan door je verliefde,
onderzoekende, vasthoudende blik.
Wat denk je nou allemaal?
Je legt je hoofd tegen mijn borst
en ik leg mijn hoofd op je haar.
Heel strak hou je me vast
en ik sluit mijn ogen.
Heel stil zitten we tegen elkaar aan
en we vergeten de tijd en de wereld om ons heen.
Jíj bestaat alleen nog maar voor mij,
en de rest van de wereld ben ik helemaal kwijt.
Ik zie je pluizige, bruin-beige vloerkleed
en je blonde kop die me aankijkt met die zuiver blauwe ogen.
Ik zie je ronde, metalen brilletje
en ik kus je lippen en je stugge baardje.
Wat vind ik je lief.
'Wat vind ik het fijn om jou te kennen', zeg je.
Ik schiet even vol
en kruip met mijn gezicht tegen je borst.
Ik voel hoe je nadenkend over mijn rug, haren en benen wrijft, rustig en verliefd."
Onze 'verbinding-die-geen-verbinding-was' duurde een klein half jaar.
Onze contacten stopten vlak nadat ik mijn opleiding tot verpleegkundige-Z ging volgen, elders in het land.
We rondden het af via de telefoon. Ik staand in een koude, glazen telefooncel, buiten.
Na dat rustige, besluitende gesprek naar buiten lopend; kijkend naar de sterren aan de hemel.
En ik wist dat het ging zoals het moest gaan.